De inspecteur moet een aanslag inkomstenbelasting vaststellen binnen drie jaren na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan. Is voor het doen van aangifte uitstel verleend, dan wordt de termijn van drie jaar met de duur van het verleende uitstel verlengd. Na het verstrijken van de termijn is de inspecteur niet meer bevoegd om een aanslag op te leggen. Een belastingplichtige had vier maanden uitstel gekregen voor het indienen van zijn...

De minister van Financiën heeft het Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst gewijzigd met ingang van 1 juli 2010. De belangrijkste wijzigingen zijn: een verduidelijking van het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel. Duidelijk is verwoord dat op beboetbare feiten die zijn begaan na 30 juni 2010 de nieuwe beleidsregels van toepassing zijn. Op beboetbare feiten die voordien zijn begaan zijn de oude beleidsregels van toepassing, tenzij er op 1 juli 2010 nog geen boete is...

Een belastingplichtige kan een vergoeding vragen voor de kosten die verband houden met de behandeling van een bezwaarschrift. Het besluit waartegen bezwaar gemaakt wordt moet dan onrechtmatig zijn. Bij aanslagbelastingen vormt de aangifte een belangrijk hulpmiddel bij de aanslagregeling, maar niet meer dan dat. De inspecteur is namelijk niet gebonden aan de aangifte. De inspecteur moet met een normale zorgvuldigheid van de aangifte kennisnemen en de daarin voorkomende gegevens vergelijken...

Tegen beschikkingen van de belastingdienst, zoals belastingaanslagen, kan bezwaar gemaakt worden. Wanneer de bezwaartermijn is verstreken heeft het indienen van een bezwaarschrift formeel geen effect. Wel kan de inspecteur besluiten de aanslag ambtshalve te verminderen. Het besluit om dat niet te doen is geen beschikking waartegen bezwaar kan worden gemaakt of waartegen beroep kan worden ingesteld bij de belastingrechter. De Algemene Wet inzake Rijksbelastingen kent een gesloten systeem van rechtsbescherming.

Tegen een uitspraak van de belastinginspecteur op een bezwaarschrift kan beroep bij de belastingrechter worden ingesteld. De Hoge Raad heeft in een aantal arresten overwogen dat een beroep tegen een brief van de inspecteur, die door de belanghebbende als uitspraak op een door hem ingediend bezwaarschrift wordt opgevat, ontvankelijk kan zijn. Hof Amsterdam oordeelde in een procedure dat een brief van de inspecteur als een uitspraak op bezwaar aangemerkt moest worden.